Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit februari, 2012 tonen

Stilstaan bij een dubbelboek.

In de jaren '50 raakte Roger van de Velde (1925-1970), schrijver, journalist en leerling/vriend van Willem Elsschot, als maagpatiënt verslaafd aan pijnstillers. Palfium R-875. Aanvankelijk doeltreffender dan morfine en zónder schadelijke nevenwerking. Van de Velde kon niet meer zonder zijn dagelijkse dosis Palfium. Ook toen dit fameuze pijnstillende medicijn, wegens redenen van erg verslavend, op de lijst van de verboden middelen kwam te staan. Zestig pillen in plaats van de gebruikelijke vier. Geen dokter wou in die tijd nog de verantoordelijkheid dragen voor de zwaar verslaafde Boomse reporter. Ook met drank dacht Van de Velde de pijn en de angst, als gevolg van verschillende maagoperaties, te kunnen stelpen. Tijdens een alcoholcontrole in september 1961, toen de totaal benevelde schrijver aan de linkerkant van de weg reed, vond de politie vervalste doktersvoorschriften in zijn auto. Van de Velde werd gearresteerd en diende, omdat zijn advocaat de journalist een gevangenisstraf...

Stilstaan bij een beeld.

Toen Co Woudsma een popart-prent van Lichtenstein onder de piepers kreeg geschoven en hem gevraagd werd naar enkele woorden bij de fameuze 'Girl with hair ribbon' (met die witte glans op de rechterkaak van de geportretteerde wist de dichter aanvankelijk niks aan te vangen), koppelde deze sympathieke Weespenaar ogenblikkelijk een leuk spelletje (het laatste couplet!) aan het snuitje van de blondine in kwestie. Woudsma vond zijn verzen buitengewoon origineel en weigerde het jaar daarop een werkbeurs van het Nederlands Letterenfonds . Puistjes Rose sterren aan de blanke hemel koraaleilandjes in de stille zee van een onaangedaan gelaat. Ze zijn zo lijfelijk, op schilderijen meestal weggeretoucheerd. Maar ik vind ze mooi en ook het woord is om te zoenen (spreek de T niet uit). Mag ik de puntjes op je wang verbinden en kijken wat ontstaat? Co Woudsma , uit: Geluksinstructies (2005)

Ziehier: massa!

"De speelse, opgejaagde stijl waarmee Vandecasteele de onwaarschijnlijke voorvallen in het plots zinderende leven van Margot en de andere halfgoden van Blurred Inc. beschrijft, verflauwt tot oneliners als hij het over Julian Assange, Anonymous, Apple of Occupy Wall Street heeft. Maar de veelheid die in Massa beukt, hapt en reutelt, zegt alles over de ambitie van deze roman. En ambitie juich ik graag toe." Knack-recensente Tine Hens juicht, net als de rest van het verzamelde Vlaamse persgild, de tomeloze ambitie achter Vandecasteeles derde halfhard toe. Bim! Terecht! Bam! Onvlaams! Bom!

"Man bedroht dich mit Krieg/Man bedroht dich mit Frieden"

De Franse dichter en surrealist Paul Éluard, zelf niet vies van enig communistisch oorlogsverzet, vloekte als vanzelfsprekend als hij weer eens hoorde dat de dichtkunst ver verwijderd diende te staan van de politieke realiteit. Zo is zijn vierde liefdesgedicht (in oorlogstijden) volledig gewijd aan het oorlogskind (voor de gelegenheid in een van de allereerste Duitse vertalingen)... Eine Pflanze schlägt An die Pforte der Erde Und ein Kind schlägt An die Pforte der Mutter Es sind Regen und Sonne Die mit dem Kinde entstehen Mit der Pflanze wachsen Mit dem Kinde blühen Ich höre streiten und lachen Man hat das Leid berechnet Das man einem Kind antun kann Soviel Schande ohne Erbrechen Soviel Tränen ohne Vergehen Geräusch von Schritten unter der Wölbung Schwarz und gähnend von Schrecken Man hat die Pflanze entwurzelt Man hat das Kind geschändet Durch Elend und Langeweile Paul Eluard, uit: Gedichte (1947)

Zeg dat Demets het gezegd heeft: "Poëzie kan geen troost bieden."

Vorige week reeds berichtte ik over de piepjonge Vlaamse dichter Paul Demets (1966) die in zijn dichtbundel 'De bloedplek', waarin onder meer de poëzie wordt gedaan over zijn met een hartafwijking ter wereld gekomen dochter en het daarna onstane taalstollingsproces van zo'n dikke vijftien jaar, niet wil geweten hebben van de eventueel toegeschreven kapsones van een wild om zich heen slaande, schel zingende bard. Daar zijn bloedplekken me tot op heden nog niet over de handen zijn gesmeerd, wil ik mijn oude ogen even richten op een ander, nog piepjonger fenomeen, op de rand én in het land van de poëzie: Robert Enke (1977-2009). Deze voormalige nummer één bij de Mannschaft kampte verschillende jaren met steeds terugkerende, alsmaar nijpender depressieve buien als gevolg van vervloekte angststoornissen. In het ontroerende, maar helaas onnauwkeurig vertaalde, 'Robert Enke: een al te kort leven' doet vriend des huizes en sportjournalist Ronald Reng daar op haast plastis...

A pussy, a pussy, my kingdom for a pussy...

Samen met uitgeverij Prometheus/Bert Bakker begon de Haagse Koninklijke Bibliotheek vijf jaar geleden aan een serie bloemlezingen uit de Nederlandse en Vlaamse literatuur. Dit leidde aanvankelijk tot meer dan 1000 kindergedichten bijeengescharreld door Gerrit Komrij, in 2009 kwam daar nog een bundel kinderliteratuur onder supervisie van schrijver Abdelkader Benali bij en het jaar daarna een verzameling reisliteratuur gebloemleesd door publicist Jan Blokker. Toen NRC-critica Elsbeth Etty zich vorige zomer in de kelders van de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek begroef, op zoek naar twintigste-eeuwse erotiek in de letteren van de Lage Landen, moest daar wel een vierde deel van komen. Na een aantal "druilerige maanden" kreunen tussen rekken vol lang vergeelde seksblaadjes zoals 'Chick' en 'Candy' en "ranzige romannetjes over incest tussen vaders en dochters, voorzien van inleidingen door fake-professoren in de seksuologie," diste Etty precies vieren...

"Er is een stralen/dat tussen ons in gaat staan."

Afgelopen weekend had het dagblad De Standaard een gesprek met de jongste winnaar van de Herman de Coninckprijs. De bekroonde dichtbundel 'De bloedplek' van dichter-recensent Paul Demets brengt, althans de voltallige, lofsmerende jury, de pijnlijke verbondenheid van leven en dood vlijmscherp tot uitdrukking. Demets' poëzie wrijft in dit boekje nogal gelaagd langs de traumatiserende geboorte van zijn oudste dochter Femke. Het meisje, ondertussen (gelukkig maar) uitgebloeid tot een stevige tienerbloem, kwam met een ernstige hartafwijking uit de verloskamer. De taal die bij Demets rond deze ingrijpende gebeurtenis groeide, diende vijftien jaar te stollen en overtuigde, met een climax in het gedicht 'Zonnehemel', ook het grote publiek. In het kranteninterview zelf verhaalt de dichter over deze wonderlijke gebeurtenis, waarvan hij niet wil geloven dat die hem tot een schel zingende bard zou hebben gemaakt: "Als je een tijd rondloopt in zo'n ziekenhuis, ervaar ...