Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit juni, 2021 tonen

100 jaar na dato: de herkansing van Stijn Streuvels dankzij de erven Lateur, de KANTL en Uitgeverij Lannoo...

Op zondag 28 juni 1914 maakten verschillende welgemikte kogels in Sarajevo van een Oost-Europese julicrisis al snel een West-Europese augustusoorlog: "(…) een gebeurtenis waarbij de verstokste eenzaat zijn kalmte zou kunnen verliezen." Maar zie, omdat hij amper kranten las, deed dagboekschrijver Stijn Streuvels (1871-1969) pas op 29 juli 1914 voor het eerst kond van deze moord: "Ik lees nooit of heel zelden dagbladen - die dingen vertroebelen gewoonlijk mijn stemming en maken me korzelig; ik vind het maar best: niet te weten wat er op de wereld gebeurt." De verspreiding van Streuvels’ dagboekverslag 'In oorlogstijd' (Veen, 1915/1916), noch pro-Duits, noch patriottisch, werd door de Duitse bezetter helaas tegengehouden. Ook de Belgische legerleiding verbood niet veel later, hoe kan het ook anders, 's mans geschriften aan het front. Gebeurtenissen waarbij zelfs vestokte dagboeklezers, wegens redenen van wanstaltig goed neergeschreven, dezer dagen evenzeer...

Tragisch autobiografisch drieluik over de als-ik-niet-aan-het-schrijven-ben-ben-ik-zwanger-volwassenwording van een Kopenhaagse...

"Ik ben ervan overtuigd dat mijn moeder van me zal houden als ik ooit volwassen word, net zoals ze nu van Edvin houdt. Want mijn kindertijd irriteert haar net zo als hij mij irriteert en we zijn slechts gelukkig samen als ze plotseling het bestaan ervan vergeet." En tweehonderdvijftig pagina's verderop: "Hij zegt dat schrijfsters geen kinderen moeten krijgen, er zijn genoeg andere vrouwen die dat kunnen. Er zijn daarentegen vrij weinig mensen die boeken kunnen schrijven." Terwijl de basis van haar latere medicijnverslaving en d'r zelfgekozen dood netjes in die eerste zinnen zit verpakt, hebben ware schrijvers, genre deze Ditlevsen dus, lak aan goedbedoelde levensraad uit monden van minnaar-schrijvers. En gelukkig maar. Nooit eerder waren het binnenstebuitengekeer van een oor en dat van de volledige naoorlogse Deense literatuur zo bepalend voor het leesplezier van een begin eenentwintigste-eeuwer als in deze drie boeken over de als-ik-niet-aan-het-schrijven...

Tove en Kurt, Nusch en Paul, met op de achtergrond: de Spaanse burgeroorlog...

"Op een avond buigt een knappe en serieuze jongeman voor mij. Hij is slecht gekleed en terwijl we dansen vertelt hij me dat hij de volgende dag naar Spanje zal afreizen om mee te vechten in de burgeroorlog. Hij drukt zijn wang tegen de mijne onder het dansen en hoewel het een beetje schuurt, vind ik zijn aanraking prettig. Ik leun een beetje dichter tegen hem aan en de warmte van zijn hand op mijn rug dringt helemaal door tot mijn huid. Ik krijg slappe knieën en voel iets wat ik nog nooit eerder heb gevoeld bij de aanraking van iemand anders. Misschien voelt hij hetzelfde, want hij blijft staan met zijn arm om mijn middel, tot de muziek weer begint. Hij heet Kurt en hij vraagt of hij me naar huis mag brengen. 'Jij bent,' zegt hij, 'het laatste meisje met wie ik tijd doorbreng voor ik vertrek.'"  Zo plat als een papieren aankleedpop en kleren die om schouders hangen als aan een hangertje, tussen bovenstaande Tove Ditlevsen en onderliggende Nusch Éluard - al w...

Olga Iwinskaja: "Soms verzonk ze in gepeins, sloeg haar ogen op naar het plafond of tuurde met toegeknepen ogen voor zich uit,..."

Op 16 juni 1912 was het de beurt aan de dame links op de foto: Olga Iwinskaja. Zonder wie naar alle waarschijnlijkheid geen 'Dokter Zjivago' (1957), Boris Pasternaks Nobelprijsboek. Muze Iwinskaja stond model voor de in het leven van romanheld Joeri Andrejevitsj Zjivago te pas en te onpas opduikende Larisa Fjodorovna. Zoals die ene keer, in de leeszaal van de bibliotheek: "Hij zag haar op de rug, half naar hem toe gedraaid, bijna van achteren. Ze droeg een lichte geruite bloes met een ceintuur eromheen en las gretig, zichzelf vergetend zoals kinderen doen, met haar hoofd een beetje zijwaarts gebogen naar haar rechterschouder. Soms verzonk ze in gepeins, sloeg haar ogen op naar het plafond of tuurde met toegeknepen ogen voor zich uit, waarna ze weer leunend op een elleboog haar hoofd met een hand ondersteunde en in een snelle, zwierige beweging met haar potlood in een schrift een aantekening uit haar boek maakte. Joeri Andrejevitsj verifieerde en bevestigde zijn oude waarne...

Carson McCullers en Christian Eriksen: het gebeurde allemaal in die groene, idiote zomer...

"Het gebeurde allemaal in die groene, idiote zomer toen Frankie twaalf was." Amper negenentwintig was deze Carson McCullers toen ze besloot om met dat 'groene' uit die openingszin van 'Op jouw bruiloft' (1946) de lezer even weg te doen kijken. Kort daarna kreeg McCullers sneu bezoek van een rist beroertes waarna de schrijfster verder moest met een halfzijdige verlammimg en het laatste derde van haar leven noodgedwongen in de nabijheid van een bed diende door te brengen. De idee voor Carson McCullers laatste romantitel 'Klok zonder wijzers' (1961) kwam er dankzij een verhaal van William Faulkner waarin een verbitterde vrouw, ook na een beroerte, letterlijk de wijzers uit een klok rukt. Overal beroerte dus, maar nooit te terneergeslagen. Gedenk dus deze McCullers, de ongekroonde koningin van het neergeschreven menselijke isolement als ontsnappingsroute voor de verwachtingen van anderen, als je vandaag doorklikt naar nog meer middenvelder Christian Erik...

Wenn DDR, lees dan liever Uwe Johnsons postuum verschenen 'Ingrid Babenderende' (1985)...

Vijftien jaar lang gedroeg deze omstreden Hermann Kant , steeds met dat anderhalve SED-been, zich als de zeventienarmige inktvis aan de top van de 'Schriftstellerverband der DDR'. Bedoeling: een reuzegrote schaduw over zijn grote idool en voorganger Anna Seghers. Want zo niets en niemand ontziend was hij wel, Herr Kant. Vandaag zou hij vijfennegentig geworden zijn, en het was hem bijna nog gelukt ook. Vergeet 'Die Aula' (1965), Hermann Kants zogeheten magnum opus over de DDR, want vaak heel naïef verhaald, alsof kijkwoningen zijn gemaakt om werkelijk in te gaan wonen. Wenn DDR, lees dan liever Uwe Johnsons postuum verschenen 'Ingrid Babenderende' (1985) en gooi onderweg die Guillaume Bijl als zelfverklaarde genadeloze interieurchroniqueur onzer tijd gerust ook maar op de mestvaalt.

George Sand: vandaag precies honderdvijfenveertig jaar komen te gaan...

Een van de grootste brievenschrijvers ooit, en op die manier ook autobiograaf pus sang, was Gustave Flaubert (1821-1880). Een van de negentiende eeuwse geadresseerden die Flaubert met zijn doorwrochte brieven torpedeerde, was deze in het kroningsjaar van keizer Napoleon geboren George Sand (1804-1876) . Vandaag precies honderdvijfenveertig jaar komen te gaan. Over de naar haar gemodelleerde hoofdpersoon in het alom bejubelde romandebuut 'Indiana' (1832) schreef Sand in een van die brieven aan Flaubert: "Indiana is een type: de vrouw, het zwakke geslacht dat de verdrongen of – als u dat liever hoort – de door conventies verdrukte hartstochten verbeeldt. Zij staat voor de wil die in conflict is met de noodzaak, voor de liefde die haar blinde hoofd tegen de weerstanden in de maatschappij stoot."  Geboren in een tijd waarin niets waarmee een vrouw zich bezighield zo belangrijk kon zijn dat ze daarbij niet gestoord mocht worden, is het niet verwonderlijk dat gesprekken, br...