In de bundel 'Chantage op het leven' uit 1953 staat de opmerkelijke novelle 'Oneindelijke aankomst', neergeschreven gedachten bij het reilen en zeilen van de altijd zoekende mens. Alleen al daarom kunnen toekomstige lezers zich nu al freuen over die aardse passage van het vandaag vierennegentigjarige 'verschijnsel' Harry Mulisch. Een schrijver over wie Herman Teirlinck tien jaar later in 'Ode aan mijn hand' (1963): "Wanneer een verschijnsel onder alle opzichten ten slotte waarneembaar is geworden, blijkt het 'een feit' te zijn, waartegen een Lord Mayor machteloos staat. Een verschijnsel is Harry Mulisch wél. Onder welk opzicht echter hij dient te worden waargenomen, is niet zo gemakkelijk uit te maken. Misschien spant hij zich in om het te beletten."