Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2010 tonen

"Avant la guerre, en Belgique, on sacrifiait trop à l'enseignement scientifique et on ne se préoccupait pas assez de la formation du caractère."

Mits de nodige creativiteit van de lezer, zowaar ook zonder, kunnen honderd jaar oude geschriften over de Vlaamse kwestie terug bijzonder actueel worden. Zeker in deze tijden van politieke stilstand. Laat twee denkoefeningen in de volgende alinea's hiervoor het bewijs leveren. Ga langs een boekenrek van een geschiedkundige vakbibliotheek voor minstens één eeuw terug in de tijd. Afdeling 'Politiek' en 'Vlaanderen'. Autobiografieën van mensen die toen met de Vlaamse kwestie gingen slapen, meestal politici en ander wild uit Vlaams-katholieke middens, doen het in dit denkspelletje doorgaans uitstekend. Neem daarna willekeurig een werk uit de rekken en ga met je wijsvinger over de opengeslagen bladzijden op zoek naar een al even willekeurige passage. So far, so good! Aanbeland in de desbetreffende passage kan je gerust een paar oude begrippen vervangen door een meer hedendaagse visie. Zo krijg je zinnen als: "Daar legde Erwin Vanmol (oorspronkelijk: de koning) den ...

Hoe Arthur Vlaemynck op een dag zijn eigen kleine oorlog won.

"Arhur was een van die voorbeeldige jonkheden, die men zelden vindt op onze dagen. Hij is van zijne jonge jaren opgegroeid in wijsheid, eer en deugd. Met hoeveel vlijt en neerstigheid zag men hem dagelijks van verre opkomen. Hij is voort de troost zijner ouders en het voorbeeld zijner medegezellen geweest; niettegenstaande hij geroepen wierd om in den vreeden oorlog van 't jaar 1914 het vaderland te verdedigen is hij onwankelbaar gebleven wat hij was en is gestorven, bemind van God en van de menschen." "Op de achterzijde van Arthur Vlaemyncks doodsprentje staat niks anders dan door de tijd aangekoekte leugens!" Ik hoor het Ferdinand Droogakkers, mijn vader zaliger, nog zo roepen toen hij op zijn oude dag de doorroeste doos vol bidprentjes van gesneuvelde strijdmakkers voor de duizendste keer van zolder haalde en er, beneden op de keukentafel, met zijn lange vingers in begon te roeren. Zoals leeszaalmedewerkers wel eens deden met de steekkaarten in hun fichebak t...

Tweemaal hetzelfde, tweemaal nadenken...

Dat werkloze voetbaltrainers en ideeënloze romanschrijvers doorgaans hetzelfde doen, was al langer een publiek geheim. Maar dat ze daar nu ook zelf voor uit durven te komen, is nieuw. Zo vertelde Hugo Broos na een lange periode zonder vaste voetbalclub deze morgen op de radio: "Als je niks te doen hebt, dan ga je nadenken." Fijn voor Hugo. Een beetje later in een ander medium, dat van de papieren krant, krijg je uit de mond van de alomtegenwoordige Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen te horen wat hem aan de doosnee voetbalcoach bindt: "Wanneer je een paar jaar naar het woord vrijheid zit te staren, begin je er automatisch over na te denken." Met andere woorden: als voetbaltrainers niks om handen hebben dan gaan schrijvers gewoonlijk naar woorden zitten gapen. In beide gevallen gaat de inwonende huisgenote meestal hevig de gordijnen in.

"Een éénig boek, die 'Liederen van Droom en Daad'."

In de jaren '10 van de voorgaande eeuw wijdde Maria Belpaire , de sterke vrouw achter het katholieke, Vlaamsgezinde en vaderlandslievende dagblad De Belgische Standaard , in haar oorlogsbeschouwingen 'De vier wondere jaren' onder de welluidende titel ‘Een ridder van het recht’ een volledig hoofdstuk aan de uitzonderlijke persoonlijkheid van dichter-advocaat August Van Cauwelaert . Over deze bebaarde literaire duizendpoot schreef ze: "Het behoort mede tot zijn ingetogen aard dat zijn heldenmoed meest tot gelding kwam in dien tragen, koppigen wederstand door onze troepen geboden, maanden, jaren lang, in geduld en gevaar, in honger en koude, in modder en slijk en aanhoudend hernieuwden arbeid: ‘zakskens vullen’, de moederaarde steken in die schansende hulsels, die daarom ook den naam 'vaderlanderkens' kregen - alsof onze jongens echt met den grond moesten vergroeid worden om er de waarde van te vatten. Dien taaien, verslavenden arbeid heeft August Van Cauwelaert m...

Als mijn vader dan al eens een lekker sigaretje rookte...

... dan waren dat steevast blauwe Bastos. Hij heeft me nooit verteld waarom maar sinds deze week ken ik, dankzij een rommelmarktvondst van het vertederende 'Soldatenleven: eene bijdrage tot de oorlogs-folklore van den Vlaamschen soldaat', de reden hiervan. Ferdinand Droogakkers, oftewel vader zaliger, was tijdens de eerste grote wereldbrand aan Belgische zijde immers vrijwillig brancardier. Dat heette toen ''t vervoerkorps' of het 'corps des transports'. En al die mannen hadden, onder 't verslepen van doden en gewonden naar de tweede frontlinie, ter herkenning zo'n blauwkleurig schildje op de vestkraag. En tijdens de beschietingen was het onder de soldaten aan weerszijden van de stellingen not done deze vervoerlieden te bestoken. Die mannen mochten gewoon hun werk doen. Net zoals straatvegers van de stedelijke opruimdienst dat vandaag mogen doen. In die tijd, zo wil het verhaal, waren de Bastos-sigaretten in blauwkleurige pakjes heel vermaard onder b...

Als mijn vader dan al eens op een ideetje kwam...

In het laatste oorlogsjaar van de Eerste Wereldoorlog begon mijn moeder, gevraagd naar haar mening over België en het feit dat vader overwoog om als vrijwilliger achter het front de Vlaamse zaak te gaan dienen, haar visionaire woorden als volgt: "Geen klaarder bewijs voor de eenheid van ons volk dan het eender voelen van Vlaming en Waal wat de essentieele waarden des levens betreft: geloof, familiezin, liefde voor de vrijheid, noeste werkzaamheid. Is het niet ijdel, lieve Ferdinand, te blijven twisten op het rasverschil, wanneer zooveel banden Vlaanderen en Wallonië verbinden? België is een feit. Er is een Belgische verbondenheid; niet alleen door historische banden, maar door eeuwenoud samenvoelen. Men is even wars van dwang en vreemde inmenging, even tuk op vrijheid en onafhankelijkheid te Luik als te Gent." Ik weet nog dat vader, bij deze uithaal van moeder en ondanks zijn rode hart, heel groen wegtrok en prompt besloot om op zijn Vlaamse stappen terug te keren. Maar moede...

"Maar de Walter die dat had gedaan zou niet Walter zijn geweest."

"Maar Walter, arme Walter, was er gewoon niet op gebouwd om zijn eigen gerief belangrijker te vinden dan het hare, en ze vond nooit de woorden om hem op een tedere, niet-kwetsende wijze aan zijn verstand te krijgen dat hij het daarmee alleen maar moeilijker voor haar maakte. Want hoe ze het ook bracht, het zou er altijd op neerkomen dat zij veel minder naar hem verlangde dan hij naar haar - dat begeerte en genot nu eenmaal dingen waren die ze voor zichzelf had opgegeven om een goed leven met hem te kunnen opbouwen. En hoe legde je dat uit aan de man van wie je wel degelijk hield? Walter probeerde alles wat hij maar kon om de seks beter voor haar te maken, behalve datgene wat misschien nog gewerkt zou hebben ook: ophouden met tobben over hoe hij het aangenaam voor haar kon maken en haar op een avond gewoon over de keukentafel duwen om haar eens flink van achteren te pakken. Maar de Walter die dat had gedaan zou niet Walter zijn geweest. Hij was wie hij was, en wat hij wilde was de ...

Mario Vargas Llosa en het bloedige harakiri van de st(r)aat...

Gisteren werd met de Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa nog maar eens een maatschappelijk geëngageerde naam toegevoegd aan de ellenlange waslijst Nobelprijswinnaars voor de literatuur. Iets minder sociaal begeesterd, zeker wat de Vlaamse kwestie tijdens de Eerste Wereldoorlog betrof, was de pen van de in Gent geboren franskiljonse schrijver Maurice Maeterlinck . Nu ja, Franstalig. Maeterlincks vrienden beweerden dat de symbolistische auteur het Gents nochtans perfect beheerste. Wat voor de Zweedse Academie toentertijd al bijna gelijk stond aan maatschappelijk engagement. En daarom werd Maeterlinck in 1911 met de Nobelprijs bedacht. En zo kwam het dat de Franse krant Le Figaro op 2 december 1914 trots de woorden van Maeterlincks rede, gehouden naar aanleiding van het oorlogsbegin, voor een overvolle Milanese Scala publiceerde: "De Belgen hebben de Latijnsche beschaving gered. Zij bevonden zich sedert eeuwen aan den samenloop van twee machtige en vijandige beschavngen. Zij h...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...