Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit mei, 2011 tonen

"Wie is de dwazerik die 't jaar heeft doen beginnen den eersten Januari?"

Zo riep een kolerieke Stijn Streuvels aan het begin van zijn meimaand, maand van 'nieuw' en 'vernieuwing', ooit gebald uit. Volgens Streuvels' nauwkeurige, prozaïsche berekeningen diende ons nieuwjaar eigenlijk altijd al in deze drielettermaand te beginnen en niet, zoals ook toen al gebruikelijk, in januari "(...) midden 't doode getijde, wanneer alles rust en stil ligt, in doodsslaap begraven." Een bedenking als geen ander. Gelijk deze Ingooigemnaar de maand mei in zijn 'De Maanden' (1940) op aandoenlijke wijze gelijkstelde met het volwassen worden van de lente, vind ik dat Streuvels' pro mei-argumenten door nieuwjaars-, kalender- en seizoenscommissies overal te lande zorgvuldig moeten worden nagelezen: "Nu mag de Mei-koningin hare intrede doen.(...) Voortaan krijgen de dagen hun treffelijke lengte: ' s morgens vroeg klaar en 's avonds laat donker. Het wordt een plezier met de zon in 't venster uit bed te springen, een sc...

"Veel schizothymen vallen op door gemis aan lichamelijke beweeglijkheid en vooral zouden velen erg onbeholpen turners zijn."

Om de randen van mijn handen tasten mijn handen naar mijn andere handen onophoudelijk. Dat Van Ostaijen in zijn met-een-lichte-voorkeur-voor-het-eigen-ik-poëzie nagenoeg alles koel en heel logisch waarnam om vervolgens te gaan idealiseren en deformeren tot de regeleinden eraf vlogen, kwam alleen zijn dichtkunst zelf ten goede. Dat hij een mens was zonder liefde, zonder genot en zonder aanvaarding van wat de zintuigen hem boden, zoals dokter K. Van Acker, hoofdgeneesheer van het gerenommeerde Gentse Guislaininstituut in zijn boekje 'Vlaamsche temperamenten' uit 1944 bij hoog en bij laag verkondigde, is volledig voor de rekening van de zenuwarts zelf. In datzelfde boekje schreef Van Acker de Antwerpse dichter ook een schizothym temperament toe. Een persoonlijkheidsstoornis die vandaag in de buurt van het schizofrene type gediagnosticeerd zou worden. Ook een schizothym temperament gaat prat op een aantal typische eigenschappen: een inwendige, onbehaaglijke affectiviteit die leid...

"In zijn opmarsch naar de eenheid van het ware, het schoone en het goede, voerde hij het edelste van Vlaanderens jongelingschap met zich mede."

We zouden bijna gaan denken dat bovenstaande omschrijving ooit aan het papier werd toevertrouwd ter bewijsvoering van het bestaan van een wit, stil waterbeest met een onverklaarbaar aangeboren identiteitsbesef. Enkel de eenmansredactie van 'Knack Wetenschap' dient dit bericht in de toekomst officieel te bevestigen. Nog eventjes wachten dus en dan kunnen we weer verder. Mijns inziens gaat het in deze beschrijving echter des te meer om Albrecht Rodenbach. Hoe ik tot deze conclusie kom? Het boek waaruit geciteerd, ligt hier opengeslagen voor mij op tafel... De zwane Des hemels spiegel, mild en fris de lucht in 't ronde lavend, daar ligt de vijver maagdelik schoon in stillen zomeravond. En kalm in haren avondlust, bij 't zoet gesching der mane, ligt langzaam drijvend op het meer de dromerige Zwane. De dichterlijke vogel mint het maagdelike water, en baadt wellustig, spiegelt, drinkt, aanhoort het lief geklater. En onbewust bemint hem 't meer en streelt zijn blanke vede...

"Gelijk de jeugdige A. Rodenbach was Omer 'n begaafden mensch, wier talent veel grootsch voorspelde, doch in vollen groei door den dood weggemaaid."

De bedelaar Vóór de kerke, met 'n lange paternoster, in z'n hand, is 'n blinde bedelaar ge- zeten, op 'n hoopje zand. Z'n gekrulde grijze lokken vlotten, lijk gezwingeld vlas, uit z'n mutse neder, op de krage van z'n winterjas. Langs hem ligt 'n waterhond te slapen, die van tijd tot tijd, wakker schiet, en met z'n witte tanden naar de vlooien bijt. De ogen van den blinde, in hunne diepe holten, hangen stil en verdoofd, gelijk de glazen van 'n natbedoomden bril. Halve dagen blijft hij daar, ge- zeten lijk 'n wassen beeld, en hij luistert naar den wind, die met z'n grijze lokken speelt. En de winter, die de koude grimmig uit het oosten zendt, rimpelt 't grauwe vel van z'n ver- droogden kop, lijk perkament. Omer-Karel de Laey , uit: Van te lande (1903) De aristocraat Omer-Karel de Laey werd in 1876 in Hooglede geboren. Na dit schriele mannetje, dat als kind al vaak ziek was, kwamen nog drie Geschwister. Net als de Antwerpse dichteres...

Een blije Alice lacht luchtig en helder als een kind...

In 1914, op zeventienjarige leeftijd, begon de beeldschone en met een zwak gestel uitgeruste ziekenverpleegster Alice Nahon te dichten. Met een kinderlijke naïviteit, zoals enkel Guido Gezelle haar dat ooit voordeed, zong ze de regels in haar gedichten tot een onvervalst lied. Reeds op heel jonge leeftijd, en gedragen door slechts een half lichaam, liet Alice Nahon de treurnis van haar naar vuurwerk verlangende weerloze romp in kartonnen vol weemoedige diepmenselijkheid drijven. Voortdurend op zoek naar genezing voor haar frêle bast probeerde ze in zuidelijke oorden af en toe al zingend berusting te vinden in de ritmische melodieën van haar zorgvuldig gecomponeerde lyriek. Ver van de warme sanatoriumbaden, waar ze zich naar adem happend en tussen twee verkoudheden door van de ene longontsteking naar de andere sleepte, schreef een criticus in 1917 na consumptie van haar poëzie: "Alice dicht omdat ze zingen moet, zoo open, zoo klaar, zoo zonder diepe en donkere wrochtselen van verb...

Broeierige opgetogen mensenzeeën voorspellen dikwijls weinig goeds...

"Viele Male habe ich zugesehen, wie ein Saal voll Menschen, eine Stadt voll Menschen, ein Land voll Menschen von jenem Rausch und Taumel ergriffen wurde, bei dem aus den vielen einzelnen eine Einheit, eine homogene Masse wird, wie alles Individuelle erlischt und die Begeisterung der Einmütigkeit, des Einströmens aller Triebe in einen Massentrieb Hunderte, Tausende oder Millionen mit einem Hochgefühl erfüllt, einer Hingabelust, einer Entselbstung und einem Heroismus, der sich anfänglich in Rufen, Schreien, Verbrüderungsszenen mit Rührung und Tränen äussert, schliesslich aber in Krieg, Wahnsinn und Blutströmen endet... Wenn in einer Stube, einem Saal, einem Dorf, einer Stadt, einem Lande dieses schwüle Hochgefühl spürbar wird, dann werde ich kalt und misstrauisch, dann schaudere ich und sehe schon das Blut fliessen und die Städte in Flammen stehen." Het zien van een postkaart van een Duits kerkhof uit de Eerste Wereldoorlog deed schrijver Hermann Hesse, in een brief uit 1947 di...

Gerrit Achterberg nogal laatdunkend over een boer...

Een in melk eindigend pinksterfeest, een onder dikke champetterbuiken in bedwang gehouden godsdienstwaanzin en een door een omhoog gevallen boerentrien aan de kant geschoven simpele pee zijn drie interessante elementen. Doorgaans niks mee aan te vangen. Door het hoofd van Achterberg gehaald, leveren ze echter onderstaand gedicht op... Mania religiosa De dorpsveldwachters hebben hem besprongen. Hij gooide melkbussen over het huis, van veertig liter elk. Het was niet pluis in deze bovenkamer. Cellen drongen te veel opeen. Hij voelde zich gedwongen de orde te herstellen door de sluis der kracht open te zetten. Vol gebruis stroomde de melk omlaag in lange tongen. Hij had verkering, maar het ging niet door; zodat zijn leven tot een bus bevroor. En bijbelteksten lagen op de loer: de tien talenten en de goede werken. God heeft ze hedenmiddag kunnen merken. Daarvoor waren ze dan ook van een boer. Gerrit Achterberg , uit: Verzamelde gedichten (2003)

Jeroen Brouwers erkent stilist Cyriel Buysse maar bedankt vriendelijk voor diens vitale handelsgeest...

"Cyriel Buysse deed het 'Noordnederlands' geen geweld aan, zoals heden ten dage de gemiddelde Vlaamse auteur, in toenemende mate nonchalant, pleegt te doen, en gelijktijdig liet hij het Vlaams in zijn eigen waarde, zonder de ene taal met de andere te verwarren of te vermengen, en zonder van beide talen één hybridische bastaardhutsepot te maken." Jeroen Brouwers , heerlijk-brommende bosbewoner, is in het eerste nummer van het pas op de bladenmarkt gegooide WT bijzonder mild voor de taal van deze in Nevele geboren Hagenaar. Al had Brouwers, met het oog op zijn vervlogen idee om ooit een eigen Vlaamse uitgeverij op te richten, misschien beter wat langer in Buysses handelsgeest getuurd. Het uitblijven van dat laatste moet natuurlijk in hoofdzaak worden gezocht in 's schrijvers eigen beleden ik-ben-ouderwets-en-uit-de-tijd-adagium: "Twintig jaar geleden had ik nog de ambitie om als Hollander een volbloed Vlaamse uitgeverij op te zetten. Met mijn knowhow uit mijn ...

"Uit bewuste rasfierheid en uit liefdevolle vereering voor onze Moedertaal hebben wij het puik van onze Vlaamsche letterkundigen samengebracht."

"Een der meest katholieke moderne kunstenaars is wel Karel Van den Oever." Zo introduceerde broeder J. Heyman, uitgever van de tweede druk van 'Vlaamsche weelde : een keus van 75 koppen uit onze letterkunde', in 1931 de Antwerpse dichter Karel van den Oever bij zijn katholiek leesvee. In het voorwoord van zijn selectie schrijverskoppen argumenteerde eerwaarde Heyman ter verantwoording: "Voor de keus van de nieuwe koppen heb ik mij uitsluitend laten leiden door het belang en het kunstgehalte van de voortgebrachte werken.(...) Als katholiek opvoeder kon ik niet nalaten ook van dàt standpunt uit richting te geven." Voor wat de twee pagina's betreft, gewijd aan "de vurige apostel der Expressionistische poëzie " Karel van den Oever, moeten we de geestelijke alvast bijtreden als hij schrijft dat 's mans poëzie "(...) de expressie van het verborgene, het vertastbaren van het mysterie, de kristallisatie van de Goddelijke aanwezigheid in heel ...