Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit juni, 2009 tonen

De auteur-vliegenier of vliegenier-auteur en zijn verdriet om het verlies van het kind met het goudkleurige haar.

- Mijn leven is eentonig. Ik jaag kippen en de mensen jagen mij. Alle kippen lijken op elkaar. Dus verveel ik me wel een beetje. Maar als jij me tam maakt, dan wordt mijn leven vol zon. Dan ken ik voetstappen, die van alle andere verschillen. Voor andere voetstappen kruip ik weg onder de grond, maar jouw stap zal me juist uit mijn hol roepen, als muziek. En kijk eens! Zie je daar de korenvelden? Nu eet ik geen brood. Ik heb niets aan koren en korenvelden zeggen me niets - dat is heel verdrietig. Maar jij hebt goudkleurig haar. Dan zal het heerlijk zijn als je me tam gemaakt hebt! Door het goudkleurige koren zal ik aan jou moeten denken. En ik zal het geluid van de wind in het koren mooi vinden... De vos werd stil en keek het prinsje lang aan: - Als je blieft... wil je me tam maken? zei hij. - Ja dat wil ik wel, antwoordde de kleine prins, maar veel tijd heb ik niet. Ik moet vrienden ontdekken en allerlei dingen leren kennen. - Alleen de dingen die je tam maakt, leer je kennen, zei de v...

Franz Biberkopf: ons aller verloren gewaand en verwaarloosd familielid.

Franz Biberkopf, het hoofdpersonage uit Döblins Berlijn Alexanderplatz , is een werkelijke Job Zonder Einde . Hij stapt en schuift en valt en klimt terug hoog etappe na etappe. En telkens weer opnieuw vindt Biberkopf de vrijheid. Een ongebondenheid met als enige constante: dat het in Franz' leven, omwille van zijn eerlijkheid, steeds weer opnieuw bergafwaarts gaat. En daar tussenin wil Biberkopf voortdurend eerlijk blijven. En daar tussenin verliest Franz, bedrogen door een vriend, zijn arm en wordt zijn geliefde ook nog eens gewurgd. Want Franz hoeft er namelijk niet te zijn, Franz is niet nodig, Franz mag niks en niemand omarmen en niks en niemand bezitten, Franz is - kort samengevat - eindeloos overbodig. Langzaam en bestendig schaatst, over een ijsbaan van zo'n dikke 500 bladzijden, Biberkopf naar de vrede van de nederlaag. Een eigenaardige vrede die onophoudelijk, en vooral alsmaar meer tegen het einde van deze roman, aan Franz' zijde meewandelt, een vrede die onafgeb...

Sigmund en Ernst: wild enthousiaste wegbereiders van ons 'Unheimliche'.

"Heel benieuwd naar nadere bijzonderheden over Klaas Vaak en over wat hij precies met ons kinderen voorhad, vroeg ik tenslotte aan de oude vrouw die op mijn jongste zusje paste wat dat nu toch voor een man mocht zijn, deze Klaas Vaak. 'Nou, Thanelchen,' antwoordde ze, 'weet je dat dan nog niet? Klaas Vaak is een boze man, die naar de kinderen toe komt als ze niet naar bed willen en dan gooit hij ze handenvol zand in hun ogen zodat die bloederig uit hun hoofd springen; die gooit hij dan in een zak en neemt ze mee naar de halvemaan als voer voor zijn kindertjes; die zitten daar in het nest en ze hebben kromme snavels, net als uilen, en daarmee pikken ze de ogen van de ondeugende mensenkinderen op...' (...) Op een avond maakte ik uit vaders zwijgzaamheid en moeders neerslachtigheid op dat Klaas Vaak op komst moest zijn, daarom deed ik alsof ik doodmoe was, verliet al voor negenen de woonkamer en hield me vlak naast de deur in een nis schuil. De voordeur knarste en doo...

Vandaag is het moederdag omdat ik dat zeg!

Omdat het vandaag alweer geen moederdag is, toch een klein gedichtje voor alle moederdagen die nog moeten komen en die er, zoals vandaag het geval, weer geen zijn. Moeder Zijzelf was als de zee, maar zonder stormen. Even blootshoofds en met een brede voet. Rijzend en dalend op haar vloed, als kleine vogels op haar schoot gezeten, konden wij lange tijd haarzelf vergeten, rustend en rondziend en behoed. Haar stem was donker en wat hees, als schoven schelpjes langs elkander, haar hand was warm en stroef als zand. En altijd droeg zij om haar bruine hals dezelfde ketting met een ronde maansteen, waar in een neevlig blauw een kleine gele maan scheen. Voorgoed doordrongen door haar kalm geruis waren wij steeds op reis en altijd thuis. M. Vasalis , uit: Vergezichten en gezichten

De Pompeiianen: exporteurs van exquise wijnen en van tot saus gefermenteerde rotte vis.

"Hoe herken je een bordeel uit de oudheid? Sommige archeologen beweren dat Pompeii 75 hoerenkasten telde. Elke plaats waar een erotisch tafereel geschilderd was, beschouwen ze als een bordeel. Quasi alle gebouwen bulken van de erotische schilderijen. Seks in ruil voor geld was weidverspreid; net als nu kon je er op de meest uiteenlopende plaatsen aan je trekken komen. Dames van lichte zeden werkten thuis, of scharrelden hun prooien op in de talloze cafés. Seks was in de oudheid veel meer in your face dan nu. De huizen van Pompeii staan volgekliederd met afbeeldingen van fallussen. Stel je eens voor dat je hier in de straten van Cambridge de ene na de andere affiche met een foto van een penis in erectie zou tegenkomen. Wij zouden ons gegarandeerd ongemakkelijk voelen in een cultuur die gedomineerd wordt door fallisch machismo. Sommige historici menen dat seks in de oudheid alleen maar rond mannelijke penetratie draaide, en ze illustreren dat dan het liefste met de fallussen van Po...

Erich Maria Remarque, Niedersächser én schrijver van antioorlogspropaganda, niet rouwig om zijn grote oorlog...

"De gruwelen van het front verzinken, zodra we hun de rug hebben toegekeerd; we bestrijden onze afschuw met vuile en cynische grappen. Als iemand sneuvelt, dan zeggen we, dat het hem door zijn broek is gelopen; op die manier praten we over alles en dat bewaart ons voor gek worden. Zolang we het zo opnemen kunnen, hebben we nog weerstandsvermogen. Maar we vergeten niet! Als ze in de bulletins spreken van de prachtige humor van de troepen, en vertellen, dat we de horlepijp dansen, als we net uit het trommelvuur komen, dan is dat kletsica. Dat doen we niet, omdat we zoveel humor hebben; maar we hebben die humor, omdat we er anders onderdoor zouden gaan. Overigens zal de kruik niet al te lang meer te water kunnen gaan; want onze humor wordt iedere maand bitterder. Maar ik weet: alles, wat nu, zolang we in oorlog zijn, diep in ons wegzakt als een steen, zal, als het eenmaal vrede is, weer naar boven komen en dan begint eerst onze strijd ermee op leven en dood. Al die dagen, al die weke...

Dromerige inertie wordt vandaag precies 197 jaar oud!

"Oblomow was een man van een jaar of twee-, drieëndertig, van middelbare lengte, met een innemend uiterlijk en donkergrijze ogen, echter zonder een enkele markante gelaatstrek, zonder iets, dat wees op geconcentreerd denken. De gedachte dartelde over zijn gezicht als een vogeltje, wipte zijn ogen binnen, zette zich even op zijn half geopende lippen, verschool zich in de rimpels van zijn voorhoofd, om dan plotseling weer spoorloos te verdwijnen. Dan gleed de glans van een kalme, hartverwarmende zorgeloosheid over zijn gezicht, ging vandaar over op de houding van zijn lichaam en dan op de plooien van zijn kamerjas." Zo leest het bijna-begin van Ilja Iljitsj Oblomow, de held uit het bijna-gelijknamige, meesterlijke boek van de Russische romancier Iwan A. Gontsjarow . Vandaag zou deze eigenzinnige schepper van de literair-heroïsche lusteloosheid, liggend vanuit de eigen doorgelegen zetel, bijna twee eeuwen oud zijn geworden. Ik hef nu het glas op dit onvermogen tot iets te komen....

Buysse koketteert in de straten van de Britse eilanden...

"Zij houden veel van allerhande sport en praten daar voortdurend over. De sport schijnt een zéér overwegende rol in hun leven te vervullen. Iemand klaagde daarover tegen mij en zei: 'Ik kan niet wennen aan die lui; ze hebben eigenlijk geen andere conversatie dan over sport.' Hij had ook opgemerkt dat zij (voornamelijk de dames) enorm veel gewicht hechten aan hun thee. 'Did you enjoy your tea?' schijnt een vraag van allerbelangrijkste aangelegenheid te zijn. Ook waren zij ongelooflijk dikwijls 'sorry'; en ten slotte was het hem opgevallen dat ze helemaal geen behoefte aan nachtrust schenen te hebben, wijl een der gewoonste vragen, die voortdurend in de gesprekken voorkwamen, klonk: 'Where have you been last night?...!'" Cyriels dagboekimpressies na een driedaagse aan de andere zijde van het Kanaal. De Nevelaar moet bijzonder van zijn melk zijn geweest daar hij in Zomerleven , zijn dagboek uit 1913, zijn verwondering verwoordt als '(...) het ...

Georges Ameye blaast de Grote Gullegemse Ommegangsprijzen en de carrière van Tom Boonen nieuw leven in!

In een West-Vlaams plaatselijk dagblad stond op vrijdag 7 juli 1961 onder de titel 'Georges Ameye, voorzitter van het Sportkomitee Gullegem, overleden' de volgende tekst te lezen: 'Niemand van al diegenen die Georges Ameye tijdens de jongste Ommegangsprijzen voor beroepsrenners en nieuwelingen op de bres zag, dierf vermoeden dat deze dynamische voorzitter vier weken later het tijdelijke met het eeuwige zou verwisselen. Amper 58 jaar oud, overleed dinsdagnamiddag, na kortstondige ziekte, deze gekende sportman. Reeds in de voetbalploeg der Zwaluwen te Gullegem fungeerde Georges enkele tijd als doelwachter, daarna bleef hij nog jaren in de voetbalbeweging als scheidsrechter. In 1947 werd onder zijn impuls de supportersklub Gullegem Sport gesticht, waarvan hij totnogtoe het voorzitterschap waarnam en als dusdanig zeer bekend was in de boks- en rennersmiddens. Zijn voornaamste funktie op sportgebied bleek echter deze van voorzitter van het Sportkomitee Gullegem Sport. In deze ho...

"Wat de mens noemt avontuurlijk, en de goden 'n breuk van 't huwelijk, is bij zwoel weer heel natuurlijk."

Van mijn moeders kant was ik verwant aan de hoogste adel van Frankrijk, en van mijn vaders kant aan de voornaamste families van Languedoc. Hoe dan ook, ik werd in Parijs geboren te midden van grote rijkdom en luxe. Zodra ik in staat was überhaupt iets te geloven, kwam ik tot de conclusie dat Natuur en Geluk zich hadden verenigd om mij met hun gaven te overladen. En ik geloofde dat des te meer vanwege de stupide manier waarop men mij altijd verzekerde dat dat zo was. Donatien-Alphonse-François de Sade werd vandaag, precies tweehonderd negenenzestig(!) jaar geleden op den tweeden juni dus van het jaer 1740, geboren. Plaats: in de buurt van de Jardins de Luxembourg, waar men twintig jaar vóór markiesjes geboorte glimpen van de naakte avondpartijen van de duchesse de Berry kon opvangen, in het Palais Condé. In dit vorstelijk onderkomen van één van de aanzienlijkste families van Frankrijk, het geslacht van de de Condé's was tot in de achttiende eeuw een echt samenraapsel van diplomatiek...