Doorgaan naar hoofdcontent

Stefan Zweig en Joseph Roth: schoon volk in Oostende!


Oostende, de zomer van 1936. Verzamelen geblazen voor heel wat schoon literair volk. Stefan Zweig, Joseph Roth, Hermann Kesten, Irmgard Keun en Egon Erwin Kisch. Zweig kwam er op uitnodiging van Kesten. Keun was al in Oostende sedert de lente van datzelfde jaar. Gevlucht uit Keulen wegens onverdraaglijk straatrumoer. Kisch, de razende Praagse reporter, verbleef eerst nog in Bredene. Maar zodra hij de samenstelling van het gezelschap kende, stond ook hij onmiddellijk in Oostende. Met pen en papier. En Joseph Roth? Die leefde sinds 1933 al geruime tijd in hotels en kroegen buiten Duitsland. Wenen, Marseille, Brussel, Nice, Salzburg,... En in Amsterdam, in Hotel Eden. Goede vriend Zweig wist dat. En ook Roth werd tenslotte, met de belofte van een Belgisch 'Schnapsverbot' dat alleen maar in het voordeel van de drankzuchtige schrijver kon spelen, naar Oostende gelokt. Tweeënveertig jaar was de auteur van Radetzkymarsch toen. En een bijna volleerd leven in het teken van de literatuur en de alcohol. Toen de beroemde schrijver Oostende binnenwandelde en ook Irmgard Keun deel van het ontvangstcomité uitmaakte, schreef de Keulse dat ze het gevoel had een mens te zien die eenvoudigweg uit verdriet het volgende uur zou kunnen sterven. Roth had net zijn vriendin verlaten. De treurigheid druipte van zijn mondhoeken naar beneden. Maar tussen hem en Keun bloeide toen al iets moois. En allevijf gingen ze aan het schrijven in de Oostendse zomer van 1936. Elk aan een eigen tafel in een kroeg op het Wapenplein. Zweig aan zijn 'Sternstunden', Keun aan een autobiografie, Kesten over Filips II en Roth aan alweer een nieuwe roman. Vooral Keun en Roth hadden het financieel niet onder de markt. Stefan Zweig als lokale bank. Het Oostendse Hôtel de la Couronne deed voor het vijftal dienst als nachtasiel. En Joseph Roth, ondanks zijn drankloze beloftes aan Stefan Zweig, als een volleerde kwajongen geniepig aan de Amer Picon. Om zijn vriend dan te pesten bestelde Roth in Zweigs bijzijn een glas melk. En toen Roth gevraagd werd of hij mee ging zwemmen in de zee liet hij zich de volgende, in Oostendse zuipmilieus nog steeds vaak gehoorde, woorden ontvallen: "Warum soll ich mich ins Wasser begeben? Die Fische kommen doch auch nicht ins Caféhaus?"(*)
En wat rest ons vandaag nog aan schrijvers langs de Belgische kustlijn?

(*) Gebaseerd op enkele hoofdstukken uit: Gheeraert, J., Stefan Zweig: een Weens flaneur in Vlaanderen, 2000, Antwerpen, De Vries-Brouwers, 100 p.

Reacties

T. Horvàth zei…
Ooit "de schaaknovelle" gelezen van Stefan Zweig. Literatuur hoeft niet lang te zijn om goed te zijn. Mooie blogbericht!
Klopt. Je moet anders eens het pas teruggevonden en opnieuw uitgegeven 'Reis naar het verleden' lezen. Ook een aanrader. Op de korte afstand zijn er weinigen zo continu als Stefan Zweig.

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...

"Whitman is de grootste kunstenaar die zijn natie heeft voortgebracht. Zijn gelijken zijn Milton, Bach, Michelangelo en de barokke meesters van sublimiteit."

(...)  hij was een peer van een okeë vent het mondje rap geroerd opvliegend  niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders  hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend  dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken  kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek  hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis  thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem  zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht  de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf rechtdoor tweede links eerste man of achterste man  een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen  de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was  onthemd in aarde  (...)  In 2005 nog gingen tweeëntwintig Nederlandse dichters voor Querido aan de sla...