Doorgaan naar hoofdcontent

Mensen, stenen, bladeren en torren als gelijkwaardige zandkorrels in die immense goddelijke woestijn: ook dat is Andrej Platonov...


5 januari 1951: vandaag herdenken we de plotloze Andrej Platonov wiens hoofdpersonen slechts zelden een voorgeschiedenis of familie hebben. En al helemaal geen bezittingen. Gelukszoekers, dat wel, met als enige doel: de zin van het leven trachten te achterhalen. Platonov is: de onmogelijkheid tot contact met andere mensen, het enige dat hen onderling bindt, is de gedachte aan een ideaal. Een ideaal dat alleen maar tot catastrofe kan leiden. Als mijn vader het eten dat mijn moeder indertijd had bereid als 'typisch Platonov' omschreef, betekende dit dat het hem tegelijkertijd wel én niet had gesmaakt. Een beetje zoals met de afloop van de meeste van Andrej Platonovs verhalen. Als zoon van een spoorwegarbeider en heilige drinker van de socialistische utopie paste deze veel te jong gestorven schrijver zich altijd aan de Sovjeteisen die hem als kunstenaar werden gesteld aan, daarom dat hij ook vaak (on)terecht wordt weggezet als moeilijke schrijver. Want: personages 'dargestellt' als eenvoudige mensen die meestal in propagandataal spreken en dus eigenlijk zelf niet zo goed begrijpen wat ze precies zeggen of wat ze met dat wat ze dan zeggen precies bedoelen. Hierdoor verworden zijn boeken dikwijls tot een voortdurend gestruikel over ironie, satire en vervreemdingseffecten allerlei. Maar Platonov is ook: mensen, stenen, bladeren en torren als gelijkwaardige zandkorrels in die immense goddelijke woestijn. Zoals die keer in 'De bouwput', zijn meesterwerk uit 1929: "Het was warm, het woei en ergens in een dorp kraaiden een paar hanen - de hele wereld gaf zich over aan een gedachteloos bestaan, alleen Vosjtsjev had zich afgezonderd en zweeg. Naast zijn hoofd lag een dood blad; de wind had het van een verre boom hierheen gewaaid en nu wachtte dit blad een lijdzaam vergaan in de grond. Vosjtsjev pakte het verdorde blad op en stopte het in een apart hoekje van zijn plunjezak, waar hij een collectie tastbare voorbeelden van pech en eenzaamheid had aangelegd. 'De zin van het leven is aan jou voorbijgegaan,' veronderstelde Vosjtsjev met de verzameldrift van zijn medelijden, 'hier heb je een plaatsje, dan zoek ik wel voor je uit waarom je geleefd hebt en bent omgekomen. Als niemand je kan gebruiken en je hier maar tussen de rest ligt te liggen, zal ik je bewaren en zo nu en dan eens aan je denken.'" (vertaling: Kees Verheul) 
Ach, zum Wohl, Herr Platonov, zum Wohl!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...

"Whitman is de grootste kunstenaar die zijn natie heeft voortgebracht. Zijn gelijken zijn Milton, Bach, Michelangelo en de barokke meesters van sublimiteit."

(...)  hij was een peer van een okeë vent het mondje rap geroerd opvliegend  niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders  hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend  dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken  kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek  hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis  thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem  zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht  de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf rechtdoor tweede links eerste man of achterste man  een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen  de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was  onthemd in aarde  (...)  In 2005 nog gingen tweeëntwintig Nederlandse dichters voor Querido aan de sla...