Doorgaan naar hoofdcontent

Thomas Manns onthechte sanatoriumgangers lijken zo uit dat cursiverende visioen aan het begin van deze Barbusse te zijn ontsnapt...


Morgen precies anderhalve eeuw Henri Barbusse. Remarque las zich stevig bij hem in, Céline droeg naar 't schijnt een halssjaaltje met zijn naam in geborduurd en ook Manns onthechte sanatoriumgangers daar hoog op die Alpense toverberg lijken zo uit dat cursiverende visioen aan het begin van deze koortsdroom uit 1916 te zijn ontsnapt. En dan is er nog dat midden en het moment waarop piot Barque zelf aangeeft waarin nu juist de kracht van dit naar adem doen happend oorlogsrelaas precies schuilt: "Zeg dan 'ns, ik wil je niet dwingen, hoor... D'r is iets wat 'k je zou willen vragen. En dat is 't volgende: als je in je boek de gewone soldaten laat praten, laat je ze dan praten zoals ze praten of kalefater je 't stiekempjes wat op? Ik bedoel, vanwege de vuile taal die ze gebruiken. Want tenslotte, nietwaar, ook al zijn we heel goeie kameraden en schelden we mekaar daarom de huid niet vol, je zal nooit twee soldaten ook maar 'n seconde horen kwaken, zonder dat ze mekaar dingen zeggen en altijd maar blijven zeggen die drukkers niet erg graag willen drukken." 
Morgen is 150 jaar Henri Barbusse. In een ideale wereld komt dan een treffende vertaling van deze eindeloze loopgraaf van de hand van, pakweg, een Dimitri Verhulst. Een schoonder eerbetoon nauwelijks denkbaar, toch?


Het vuur : dagboek van een escouade / Henri Barbusse (auteur), Mechtild Claessens (vertaler). - Amsterdam : De Arbeiderspers, 2001. - 427 p. - Oorlogsdomein ; 4

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...

"Whitman is de grootste kunstenaar die zijn natie heeft voortgebracht. Zijn gelijken zijn Milton, Bach, Michelangelo en de barokke meesters van sublimiteit."

(...)  hij was een peer van een okeë vent het mondje rap geroerd opvliegend  niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders  hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend  dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken  kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek  hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis  thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem  zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht  de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf rechtdoor tweede links eerste man of achterste man  een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen  de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was  onthemd in aarde  (...)  In 2005 nog gingen tweeëntwintig Nederlandse dichters voor Querido aan de sla...