Doorgaan naar hoofdcontent

Meet Marianne Helldegen, zonder wie onze winterdagen opeenvolgend grijs en haar Berthold Möncken nagenoeg onzichtbaar...

"Ik wilde niets fout doen. Ik zei bij mezelf dat ik heel nuchter met hem moest praten, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. We zijn een tijdje samen geweest, goed, maar nu wordt het hoog tijd om uit elkaar te gaan, anders zitten we elkaar in de weg, dat is altijd zo, goed, laten we de mooie herinneringen aan elkaar bewaren, enzovoort. Maar ik was bang dat het er verkeerd uit zou komen, en als ik dan mijn eigen stem anders had horen praten dan ik wilde, had ik het niet uitgehouden en was ik vast naar hem toe gelopen. En dan zou hij gedacht hebben dat hij me niet in de steek mocht laten, dat ik zonder hem niet kon leven, en had hij zich verplicht gevoeld om bij me te blijven. En misschien, dat zou nog gevaarlijker zijn, zouden we ook de liefde hebben bedreven, want dat gebeurt volkomen tegen je wil wanneer je elkaar uit verdriet omhelst, je moet elkaar niet aanraken als je verdrietig bent. Misschien is het genoeg voor een uur of twee of ook voor een nacht, je wint er wat vermoeidheid mee, maar als het begint te schemeren en de eerste voetstappen op straat te horen zijn, ben je armer dan eerst, je hebt ook het verdriet weggewerkt en hebt helemaal niets meer." 


In een uitstekende vertaling van Josephine Rijnaarts is er sinds 2023 deze Nossack. In even weergaloze doen daarin is deze Marianne Helldegen, zonder wie onze winterdagen opeenvolgend grijs en haar Berthold Möncken nagenoeg onzichtbaar. Overdadig ingetogen, zo kan je de debuutroman van deze Noord-Duitser noemen. Vooral dan in die gangen tussen dat roodpluchen en middenin dat gedeelde kamertje waarin schrijvers (alsof Marianne zelf naar Nossack zit te turen) als eendimensionale figuren, waaruit dan geen onverdroten liefdeswoord. Wel veel zuchten daarvan, net als dit ganse boek. Bijna een dingetje dat je zo zit te lezen. Vreemd. En af en toe haperend, zeker bij een nakende scheiding. Jaarlijks té herlezen, zeker als je verdrietig bent. Zo raak je elkaar tenminste niet aan.


Op z'n laatst in november / Hans Erich Nossack (auteur), Josepine Rijnaarts (vertaler). - Zaandam : Uitgeverij Oevers, 2023. - 311 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...

"Whitman is de grootste kunstenaar die zijn natie heeft voortgebracht. Zijn gelijken zijn Milton, Bach, Michelangelo en de barokke meesters van sublimiteit."

(...)  hij was een peer van een okeë vent het mondje rap geroerd opvliegend  niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders  hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend  dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken  kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek  hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis  thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem  zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht  de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf rechtdoor tweede links eerste man of achterste man  een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen  de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was  onthemd in aarde  (...)  In 2005 nog gingen tweeëntwintig Nederlandse dichters voor Querido aan de sla...