Doorgaan naar hoofdcontent

"Goethe staat mij nu eenmaal in de weg en hij herinnert mij er zo vaak aan, dat het noodlot mij hard heeft behandeld."


Van nazidictator Adolf Hitler is algemeen geweten wat hij van bleekhuid Old Shatterhand vond. De opgroeiende Marcel Reich-Ranicki, dictator van de persoonlijke ontboezemingen, had het dan weer meer voor de kleurrijke roversbende van de toneelschrijvende twintiger Friedrich Schiller: "In de nogal bescheiden boekenkast van mijn ouders zocht en vond ik een boek met teksten van Schiller. Ik begon,(...) gewoon op de eerste pagina van het boek met het toneelstuk waarmee de uitgave opende: Die Räuber.(...) Ik vond het stuk geweldig spannend, het wond me op, ik las het met rode wangen en rode oren. En ik kon niet ophouden met lezen - tot ik bij de zin 'Die man kan worden geholpen' was aangekomen. En ik was gelukkig. Karl Moor fascineerde met heel wat meer dan Old Shatterhand, Moors rovers boeiden me meer dan alle indianen van Karl May." 

Vandaag is 09 mei 2025, tweehonderdtwintigste sterfdag van Friedrich Schiller. Toen deze revolutionaire dichter in Rudolstadt, we schrijven 1788, fenomeen 'Goethe' persoonlijk leerde kennen, had hij, ondanks een laaiende bewondering voor 's mans lyriek, het niet zo begrepen op de vele groupies die die laatste erop nahield. Nadat Facebook in die dagen nog maar eens naar Schillers gemoedstoestand ging zitten vissen, sprong bij deze gevoelige, sukkelige jongeman, duidelijk de knappere van het duo, het zoveelste deksel van een even zoveelste potje tbc-prut: "Goethe staat mij nu eenmaal in de weg en hij herinnert mij er zo vaak aan, dat het noodlot mij hard heeft behandeld. Hoe gemakkelijk werd zijn genie door zijn lot gedragen en hoe moet ik tot op dit ogenblik nog vechten." 

En ook in Weimar, op de Theaterplatz, gunnen ze elkaar tot op vandaag geen enkele blik. Nochtans voorzien van poten en van oren is de negende van mei van 1805 voor altijd deze Friedrich Schiller. De schrijver moest toen nog de zesenveertig passeren. Precies tweehonderdtwintig jaar geleden vandaag, alleen al daarom: "Zum Wohl, lieber Fritz, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...